Relatie tot leer- en gedragsstoornissen

Wanneer een of beide hersenhelften bepaalde ontwikkelingsstappen misloopt, worden de functies die hieraan verbonden zijn niet of in minder mate ontwikkeld. Afhankelijk van welke netwerken onderontwikkeld zijn zullen er verschillende symptomen ontstaan, tegelijkertijd ontstaan er symptomen van de sterker ontwikkelde hersenhelft. Deze symptomen vormen de basis voor het diagnosticeren van bijvoorbeeld leer- en gedragsstoornissen volgens de DSM-V. 

Sommige symptomen zijn ongewenst (bijvoorbeeld tics, sociale dysfunctie, aandachtsproblemen, hyperactiviteit, leesproblemen en problemen met automatiseren) terwijl andere gezien worden als goede eigenschappen (bijvoorbeeld goede geheugen en oog voor detail, hoog begaafdheid, leven volgens de regels, creatief, ruimtelijk inzicht en beelddenker). Een optimale hersenfunctie is echter afhankelijk van alle netwerken in beide hersenhelften, zowel qua functie als onderlinge balans en communicatie. De stoornissen ontstaan pas wanneer de balans verstoord raakt.

De symptomen van een onderontwikkelde rechter hersenhelft in combinatie met een sterk ontwikkelde linker hersenhelft worden vaak gediagnosticeerd als:

ADD - ADHD - OCD -ASS - Angststoornis

De symptomen van een onderontwikkelde linker hersenhelft in combinatie met een sterk ontwikkelde rechter hersenhelft worden vaak gediagnosticeerd als:

Dyslexie - Dyscalculie - Dysgraphie - Depressie